De ontwikkeling van een nieuwe RNA therapie en innovatieve toedieningsmethodes voor SCA1
Met dit onderzoek gaan we in het laboratorium kijken of we de aanmaak van het schadelijke ataxine-1-eiwit kunnen verlagen of voorkomen. Net als in eerder onderzoek wordt hiervoor gebruik gemaakt van gekweekte SCA1 cellen waarin we zogenoemde antisense oligonucleotiden (AONs) gaan testen.
In elke cel wordt op basis van de genetische informatie in het DNA een boodschappermolecuul gemaakt, het zogenaamde mRNA. Dit molecuul wordt vervolgens 'gelezen' om eiwitten te maken. De AONs hechten zich specifiek aan het mRNA van het ataxine-1-gen, waardoor dit wordt afgebroken. Daardoor wordt er minder, of zelfs geen, schadelijk eiwit meer aangemaakt.
De verwachting is dat deze behandeling de schade aan de hersenen bij SCA1 beperkt en zo het ziekteverloop vertraagt of de symptomen verlicht. Als dat lukt, betekent dit een grote stap vooruit voor mensen met SCA1.
Het gaat hier om de ontwikkeling van een volledig nieuw medicijn. Dat is een zorgvuldig en langdurig proces, dat vele jaren in beslag zal nemen.