Op 10 december 2025 vond in het LUMC in Leiden de derde editie van het Dutch Ataxia Research Symposium (DARS) plaats. Wetenschappers, clinici en patiëntvertegenwoordigers kwamen hier samen om kennis te delen en samen te werken aan betere zorg en toekomstige behandelingen voor ataxie, waaronder SCA1.

De dag startte met een panelgesprek tussen Klaas Russcher en Ronald Buijsen over hun ervaringen in het SCA1-onderzoek. Hun verhaal benadrukte hoe belangrijk het is om patiënten actief betrokken én goed geïnformeerd te houden.

Daarna volgde een inspirerende keynote van David Pellerin over de genetische en moleculaire achtergrond van SCA27B. Hoewel dit een andere ataxievorm is, helpen zulke inzichten om spinocerebellaire ataxieën in brede zin beter te begrijpen.

In de eerste sessie lag de focus op therapieontwikkeling. Lodewijk Toonen (Vico) besprak de preklinische ontwikkeling van VO659, het kandidaat-medicijn uit Onderzoek 1. Linde Bouwman liet haar onderzoek zien naar allel-specifieke antisense oligonucleotide (AON) voor SCA7. Dit is een vergelijkbare aanpak die wordt gebruikt voor SCA1 in Onderzoek 2.

Voor SCA1-patiënten was vooral de presentatie van Teije van Prooije relevant. Hij deelde resultaten uit de Nederlandse SCA1 natuurlijk beloop-studie. Deze vindingen zijn cruciaal om toekomstige SCA1-trials zorgvuldig en betrouwbaar op te zetten.

De dag eindig

de met prijzen voor de beste presentatie en poster, gesponsord door de Ataxie Vereniging Nederland, gevolgd door een gezellige borrel waar bezoekers ervaringen konden uitwisselen en nieuwe contacten konden leggen.



Kortom: DARS 2025 liet zien hoe waardevol de samenwerking is binnen het ataxieveld. Voor iedereen met SCA1 is het bemoedigend om te zien hoeveel vooruitgang er wordt geboekt richting toekomstige behandelmogelijkheden.